samengesteld beeld van spelende kinderen en zijaanzicht Delteykschool

Extra ondersteuning

Het kan zijn dat uw kind tijdens zijn ontwikkeling (tijdelijk) extra ondersteuning nodig heeft. Bijvoorbeeld als uw zoon of dochter moeite heeft met de basisstof of juist behoefte heeft aan extra uitdagingen.
Er kan ook een ondersteuningsbehoefte zijn op het sociale, emotionele en/of gebied van gedrag. Op onze school krijgt ieder kind onderwijs dat bij zijn mogelijkheden past. Elke leerling helpen we het beste uit zichzelf te halen. Extra ondersteuning vinden we dan ook heel belangrijk. Dankzij ons leerlingvolgsysteem en de dagelijkse omgang met kinderen signaleren we problemen zo vroeg mogelijk. En als u zelf aan uw kind merkt dat er iets aan de hand is, neem dan gerust contact op met de groepsleerkracht.
We kijken dan samen hoe we uw kind kunnen helpen. Blijkt de hulp in de groep niet voldoende? Dan bekijken we samen met de intern begeleider welke begeleiding passend voor uw kind kan zijn. Dan kan een kind extra begeleiding
krijgen van onze kindercoach of een onderwijsassistent.

 

Centrum voor elkaar (CVE)

Soms is er meer nodig en moet er een beroep worden gedaan op Passend Onderwijs en/of de Jeugdwet. Passende ondersteuning is gebaat bij een goede samenwerking tussen professionals van school en jeugdhulp. De gemeente heeft daarvoor extra middelen beschikbaar gesteld. Hierdoor is het mogelijk dat u, als uw kind ondersteuning nodig heeft, school en Centrum voor Elkaar snel samen kunt spreken. Als ouder(s) bent en blijft u immers - samen met uw kind - de belangrijkste betrokkene(n). 
Maar u kunt ook terecht wanneer het thuis door omstandigheden even niet lekker loopt en u zich zorgen maakt om uw kind.

Kijk voor meer informatie op de website van de gemeente Bunnik.

 

Schoolarts

In groep 2 en groep 7 gaan de leerlingen naar de schoolverpleegkundige.Van te voren krijgt u een brief over het geplande bezoek en het verzoek een vragenlijst in te vullen. Het is fijn als een van de ouders bij de afspraak aanwezig is. De GGD Midden-Nederland organiseert deze bezoeken en ze vinden plaats op school.